8 Redenen waarom het de Week Tegen Pesten heet
“Waarom maar één week in het jaar? En waarom heet het niet de Week van de Vriendschap?" Dit zijn de 8 redenen waarom het wél de Week Tegen Pesten heet.
Verder lezen
“Wat kinderen meemaken op school, vormt hen. Het draagt bij aan hoe zij later naar de wereld kijken”, zegt filmmaakster Laura Wandel over haar film ‘Un Monde’. Op een indrukwekkende manier laat de film door de ogen van de 4-jarige Nora zien wat de impact van pesten kan zijn. Namens Stichting School & Veiligheid was ik bij de première.
Vier jaar nog pas, stapt kleine Nora met een liefdevol duwtje van papa op de eerste dag de schoolwereld in; een samenleving in het klein. Om te oefenen met grootse dingen zoals je aanpassen binnen een groep, omgaan met groepsdruk en opkomen voor jezelf.
Nora gaat voor de eerste keer naar school. Nora’s grotere broer Abel zit al op deze school en Nora ziet hem als houvast in de nieuwe wereld die ze binnenstapt. Ze hoopt in de pauzes bij hem te kunnen zijn. Maar dat kan niet. Abel wordt namelijk gepest en dat wil hij verborgen houden voor zijn zusje en ook voor zijn ouders. Schaamte overheerst. Nora wil hem zo graag helpen, maar Abel houdt haar uit zijn buurt. Hij wil voorkomen dat ook zij gepest wordt en is bang dat haar hulp aanleiding kan zijn om nog meer gepest te worden. De volwassenen in de film reageren op wat zij zien gebeuren, maar wat er echt speelt rond Nora, zien zij niet. En dat is ook niet gek, wanneer de dynamiek in haar klas zich uit in nauwelijks zichtbaar gedrag. Tijdens de lunch krijgt ze nare blikken als Abel ter sprake komt. Haar vriendinnen negeren haar opeens en komen afspraken met haar niet meer na. Eén juf heeft wel door dat er iets aan de hand is met Nora. Nora kan zich namelijk niet meer concentreren in de les. Haar gedachten zijn bij haar broer en zij worstelt met haar emoties van onmacht om iets voor hem te kunnen betekenen. Want Nora’s eerdere poging hem te helpen heeft hem verder in de problemen gebracht. En dat is wat deze film goed laat zien: pesten is ingewikkeld.
Dat pesten ingewikkeld is, weten we binnen het onderwijs gelukkig steeds beter. We snappen ook dat kinderen niet tot leren komen als het om hen heen niet veilig is. Of je nou zelf gepest wordt, of het ziet gebeuren. Loyaliteit, schaamte en groepsdruk zorgen voor fikse dilemma’s en machteloosheid bij kinderen. Waarom vragen ze niet om hulp als er gepest wordt? Uit angst voor nog meer onveiligheid staan ze voor lastige dilemma’s. Kinderen zijn vaak bang dat het pesten erger wordt of dat de pesters het zullen zien als verraad, waar je vervolgens voor moet boeten. Neem je het op voor je broertje, vriendje of klasgenoot? Misschien loop je dan zelf wel het risico om het mikpunt van pesten te worden. Maar als je niks doet, moet je machteloos toekijken naar hoe een ander kind pijn gedaan wordt en verdrietig wordt gemaakt.
Lukt het een kind om van het pesten af te komen, dan wil hij dat natuurlijk nóóit meer meemaken. Het pesten veroorzaakt diepe pijn. Je hoort er niet bij, wordt niet gezien en staat er alleen voor. Als de pijn over dit onrecht boosheid wordt, en de gevoelde machteloosheid omslaat in het willen hebben van macht, dan kan een gepest kind zomaar zelf een pester worden.
Un Monde laat vooral zien wat de kinderen doormaken. Bij elke scene dacht ik, wat zouden leraren hier kunnen doen? Nee, we kunnen niet alles zien wat er gebeurt tussen de kinderen. We kunnen ook niet altijd pesten voorkomen. We kunnen wél zorgen dat we tóch weten wat er in de hoofdjes van de kinderen omgaat. Momenten creëren waarop we vragen hoe kinderen zich voelen, wat ze meemaken. Eén op één gesprekjes voeren of groepsgesprekken houden; luisteren naar wat kinderen te vertellen hebben. En dan bedoel ik écht luisteren, zonder meteen met oplossingen te komen. Zoals ook de juf van Nora zo mooi deed.
Ook via allerlei beschikbare meetinstrumenten die je leerlingen in laat vullen, kom je te weten wat er in je groep speelt. En ook buiten de klas kunnen kinderen vertellen waar ze mee zitten, namelijk bij een aanspreekpunt pesten of vertrouwenspersoon. Weten jouw leerlingen dat deze persoon er is op school en wie dat is?
We kunnen nog veel meer doen. We kunnen kinderen voorbereiden op lastige situaties die ze tegen zullen komen; nu op school of later in hun leven. Door ze vaardigheden aan te leren, zoals hoe je hulp kunt vragen en aan wie. We kunnen de kinderen leren voor elkaar op te komen en ze helpen het onderling weer goed te maken als het eens mis gaat. We kunnen met hen oefenen te praten over wat ze meemaken. Hen leren verwoorden wat zij voelen en wat hun grenzen zijn: “ik wil niet dat je zo met mij omgaat” en “ik zou het fijn vinden als…”.
Ook kan je met de hele groep verkennen wat binnen deze groep gepast gedrag is; hoe je met elkaar omgaat en elkaar helpt. Het liefst zo vroeg mogelijk in het schooljaar, zodat je meteen samen gedragsafspraken kunt maken die voor de kinderen de rest van het schooljaar een houvast zijn. Kortom, we leren kinderen te zorgen voor zichzelf en voor elkaar. Zo maken wij met de kinderen, dat wat zij meemaken in de mini-wereld die de school is, een leerervaring voor later, wanneer ze de ‘grote-mensen-wereld’ instappen. Het is een leerproces van jaren, waarin kinderen ‘fouten’ maken. Ik zie het als de taak van ons -professionals- om kinderen op een professioneel-liefdevolle manier te laten leren van hun fouten in een veilige omgeving.
Ik zou de woorden van de filmmaakster graag aanvullen, als het gaat om de rol van leraren bij pesten. De mate waarin kinderen op school leren omgaan met lastige situaties en de mate waarin zij zich hierin gezien en gesteund voelen, vormt hen. Het draagt bij aan hoe zij later naar zichzelf en naar de wereld kijken.
Jij als onderwijsprofessional hebt hierin dus een cruciale taak. Stichting School & Veiligheid ondersteunt je hierbij.
Relevante links:
Heb je vragen over sociale veiligheid in het onderwijs? Dan kun je terecht bij ons Adviespunt: https://www.schoolenveiligheid.nl/adviespunt/ De hele film kijken? Dat kan via Picl.